Anita - Betonmixerchauffeur

Onze collega Anita van zusteronderneming Betoncentrale Haringman werd onlangs geïnterviewd door Mana bedrijfswagens uit Goes.

Sommige weggebruikers moeten even twee keer kijken als ze Anita in haar betonmixer zien rijden. Een vrouw in zo’n enorme wagen: die zie je anno 2023 nog steeds niet zo vaak. Zonde, want als het aan Anita (en aan ons) ligt, zijn er veel meer vrouwen nodig in de chauffeursbranche. Ter ere van Internationale Vrouwendag vertelt ze alles over haar ervaringen als vrouw in de bouwsector en waarom het werk als beroepschauffeuse écht haar droom job is.

Klein meisje, grote dromen

Hoewel Anita’s liefde voor trucks al van jongs af aan een feit was, is het niet met de paplepel ingegoten. ‘’Vroeger als kind zijnde was ik eigenlijk al gek op vrachtwagens, maar ik zat in een leefmilieu waarin het niet gestimuleerd werd om chauffeur te worden. Dat zat gewoonweg niet bij ons in het gezinsleven.’’ Toch bleef het knagen bij Anita. Ze bleef naar eigen zeggen ‘continu loeren naar vrachtwagens’ en dromen over het werk als chauffeur. Na heel lang als kapster gewerkt te hebben, besloot ze op 46-jarige leeftijd om eindelijk haar hart te volgen. Enorm stoer, vinden wij! En ze kreeg haar rijbewijs ook zeker niet cadeau. ‘’Het leren vond ik best een taaie klus; als je al jaren niet hebt geleerd en je moet weer de boeken induiken, valt dat toch zwaar tegen.’’ Al met al was het studeren het meer dan waard voor Anita. ‘’Hoewel ik het studeren als een uitdaging ervaarde, was het rijden zelf dat totaal niet!’’

Anita staat haar mannetje

Inmiddels is Anita al bijna 8 jaar werkzaam als chauffeur bij Betoncentrale Haringman in Goes, Zeeland. Geen werkdag is voor haar hetzelfde. ’s Ochtends springt ze op haar fiets en rijdt ze naar Goes waar de wagen staat. ‘’Als ik bijvoorbeeld richting Stellendam of Oud Gastel moet, zit ik rond half 6 al in de vrachtwagen. In ons werk blijf je net zo lang doorgaan tot het werk op is, dus je weet nooit wanneer je klaar bent. Soms moet je nog een sluitvracht ergens halen of is er onderweg een ongeluk gebeurd waardoor jij of een collega waarvan je afhankelijk bent in de file komt.’’ Je moet er wat voor over hebben, want als je dacht dat de werkdag eindigt als er gelost is, heb je het mis. Als Anita klaar is met lossen, rijdt ze naar haar eindstation om haar wagen klaar te maken voor de volgende dag; spoelen, aftanken, vloeistoffen bijvullen, schoonmaken. ‘’Daar gaat meestal ook nog wel een klein uurtje in zitten’’, vertelt Anita.

Anita rijdt op een MAN TGS 49.420 – een 5-asser van bijna 12 meter lang met meesturende achteras. ‘’Een ideale wagen’’ beaamt ze. ‘’Ik kan hiermee overal komen waar ik wil. Af en toe heb ik wel mijn lengte van de combinatie tegen, maar ik kan heel makkelijk draaien.’’ Met een luxe wagen hoef je bij Anita in ieder geval niet aan te komen. ‘’Ik ben absoluut geen fan van trucks met veel knoppen, toeters en bellen. Ik heb een heerlijke basic vrachtwagen en wat erop moet zitten, zit erop. Goeie camera’s, een comfortabele stoel en grote spiegels – meer heb ik niet nodig.’’

Rijden met een betonmixer vereist de nodige ervaring en rijtechniek. ‘’Omdat beton een vloeistof is, zit ons kantelgewicht heel hoog. Daarom moet je bochten met een betonmixer ook absoluut niet te hard nemen. Daarnaast moet je ook niet te snel optrekken, zeker niet met een dunnere vloeistof, want dan trek je toch een mooi spoortje. Dan is de Gemeente meestal niet zo blij met je’’, grapt Anita.

Anita is kind aan huis bij de MANA-vestiging in Goes. Hier komt ze al sinds het begin van haar carrière over de vloer voor keuringen, onderhoud en reparaties aan haar wagen. ‘’Het is een ontzettend fijne vestiging om te komen. Ik word er altijd vriendelijk ontvangen met een grap en een grol. Toevallig hebben ze laatst een reparatie uitgevoerd en alles werkt weer naar behoren. Ik heb niks te klagen!’’

Vrouw in de bouw

Hoe is het nou om als vrouwelijke chauffeur in de bouw te werken? Over die vraag hoeft Anita niet lang na te denken: ‘’Ik voel me echt geaccepteerd. Op elke bouwput ben ik welkom en ik krijg alleen maar leuke reacties. Laatst moest ik mijn documenten inleveren bij een jongen die schijnbaar nog nooit een vrouw op de vrachtwagen gezien had. Hij keek me verbaasd aan en zei vervolgens: ‘Wat is dit vet gaaf zeg’. Daar doe ik het voor.’’

Dat ze in de bouw wilde werken, was voor Anita al snel duidelijk. ‘’Ik was me er heel bewust van dat het distributiewerk niet aan mij besteed was, net als internationaal transport. Ik wilde namelijk wel ’s avonds gewoon thuis zijn. Toen kwam ik al snel uit bij de bouw.’’ Bang voor vieze laarzen? Dat is Anita zeker niet. ‘’Het is werk waar je echt vies van wordt en daar moet je ook wel tegen kunnen als vrouw zijnde. Verder is het in de bouw altijd zoeken naar de weg,’’ vertelt Anita. ‘’Zeker bij nieuwbouwprojecten moet je wel slim en mondig genoeg zijn om te vinden waar je moet zijn.’’ Ondanks de viezigheid, het ‘oemoemenoe’ (Zeeuws spreekwoord voor ‘Hoe moeten we nu?’) en de kou waarin ze vaak moet werken, vindt Anita het heerlijk om in bouwputten te zijn. ‘’Het is prachtig werk. Wat ik op het moment een heel mooi project vind is de bouw van samenleefwoningen in Kapelle. Ik heb daar de eerste palen gedraaid – geweldig, daar haal ik echt mijn energie uit.’’ Een ander project waar Anita vol trots over vertelt is haar bijdrage aan de spoorwegovergang in Goes. ‘’Dat je ’s nachts als enige vrouw in een hele grote mierenhoop van mannen staat, dat is toch magnifiek!’’

Om je als vrouw snel op je gemak te voelen tussen al die stoere kerels, is volgens Anita één ding cruciaal: humor. Zeker tijdens de beginperiode van haar loopbaan was een humoristische mindset belangrijk om een goede start te maken. ‘’Toen ik begon was de ‘MeToo-beweging’ in volle gang. Mannelijke collega’s vonden het daardoor lastig inschatten hoe ze met mij als vrouw om moesten gaan en wat ze mochten zeggen. Ik heb dit opgelost door er humoristisch mee om te gaan.’’ Soms doet Anita er zelfs nog een schepje bovenop: ‘’Ik zeg altijd: ik ben blond en ik heb tieten, het is niet anders. Door er soepel mee overweg te gaan en niet op elk korreltje zout te leggen, maak je het werk het makkelijkst voor jezelf en de mannen.’’

Ruimte voor verbetering

Hoewel de reacties die Anita krijgt altijd positief bedoeld zijn, maken ze soms wel indirect duidelijk dat er nog verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen. Volgens Anita is er dan ook een inhaalslag te maken op het gebied van gelijkheid. ‘’Voor mij is het werk niet speciaal, maar het wordt speciaal gemaakt. Ik krijg bijvoorbeeld heel vaak te horen: ‘Goh, wat knap dat je dit doet als vrouw zijnde’. Maar waarom zou het voor een vrouw knapper zijn als voor een man? Als je gevoel hebt voor grootte, is het helemaal niet moeilijk, of je nou een man of een vrouw bent. Vrouwen zijn vaak ook subtieler en voorzichtiger in het verkeer, waardoor ze minder schades rijden. Dat is voor de baas ook wel zo prettig.’’

Een ander punt waar volgens Anita nog aan gewerkt kan worden zijn de voorzieningen, die momenteel vooral op mannen gericht zijn. ‘’Er wordt nog niet overal rekening gehouden met vrouwen, wat je terugziet aan de douchegelegenheden, toiletten en dat soort dingen’’, vertelt Anita. ‘’Op de bouw begint dit nu gelukkig wel meer te komen.’’ Verder pleit Anita voor betere werkkleding voor vrouwen. ‘’Het hoeft niet altijd roze te zijn, maar werkkleding moet ook voor vrouwen praktisch zijn en lekker zitten. Zo zijn handschoenen bijvoorbeeld altijd te groot. Daar kunnen veel fabrieken nog van leren.’’

This is a (wo)man’s world

Hoe je het ook wendt of keert, het feit blijft dat er vooral mannen in de chauffeurswereld werken. Ook bij MANA Bedrijfswagens krijgen we behalve Anita helaas nog weinig ‘lady truckers’ over de vloer. Anita’s grote wens? Meer vrouwen op de vrachtwagen, zeker in de bouw. Hoewel het werk als vrouwelijke chauffeur in andere sectoren meer geopend wordt, ziet ze deze ontwikkeling nog niet terug in de bouwsector. Volgens haar heeft dit mede te maken met het vertekende beeld dat men heeft. ‘’Ik denk dat de bouw een beroep is waar veel vrouwen bang voor zijn, omdat het een ‘grote en zware mannenwereld’ is. Dat is zo jammer, want het is juist een hele leuke wereld. Als je iedereen respecteert, gewoon je werk doet en daarbij je grenzen op een normale toon aangeeft, is het helemaal niet moeilijk om in te stromen.’’

Een belangrijke vraag die hierop aansluit is hoe het beroep aantrekkelijker gemaakt kan worden voor vrouwen. Als het aan Anita ligt, gaat hier het gezegde ‘jong geleerd is oud gedaan’ op. ‘’Begin bij de basis. Zorg ervoor dat er geen stempel meer wordt gedrukt op beroepen. Dit begint eigenlijk al op de basisschool. Leer kinderen dat een mannenberoep niet echt een mannenberoep hoeft te zijn. Niet alleen als vrachtwagenchauffeur, maar ook als installateur of als lasser.’’ Bovendien zijn er volgens Anita meer praktijkvoorbeelden nodig van vrouwen die zogenaamde ‘mannenberoepen’ uitoefenen. ‘’Sommige chauffeurs gaan al op basisscholen langs om te zien waar de dode hoek zit. Waarom gebruik je dan niet zo’n dag om met meiden naar bedrijven toe te gaan waar vrouwen werken? Dat zou veel meer stimuleren.’’

Anita wil vrouwen die graag chauffeur willen worden maar de stap niet durven te nemen het volgende meegeven; ‘’Je kunt meer dan je zelf denkt. Ga die stap nemen en wees niet bang! Je moet er wel wat voor doen, maar die mannenwereld instappen is echt niet zo moeilijk.’’ Anita heeft het enorm naar haar zin als chauffeur. ‘’Ook al heb ik wel eens hele koude voeten of koude vingers, kom ik zeiknat thuis of zit ik onder de bagger; ik stap onder de douche en ben weer schoon. De volgende dag beginnen we gewoon weer opnieuw. Ik zou niets anders willen doen!’’

Interview door: Mana bedrijfswagens

Bron: https://mana-bedrijfswagens.nl...